Opgave 2

 

In deze opgave staat een verhaaltje door elkaar.
Daarin staan de zinnen in een verkeerde volgorde.
Misschien staat er zelfs een zin in die er helemaal niet in hoort te staan.

Zet de zinnen in de goede volgorde en beantwoord dan de vraag: wat is de eerste zin?
taalopgave02_opgave01_plaatje_01 
1- Ze is direct terug gegaan naar de plek waar ze haar mobieltje verloren had.
2- Ze was heel blij dat ze haar mobieltje van de voorbijganger terug kreeg.
3- Tamara had haar mobieltje verloren.
4- De hond had net zijn brokken op.
5- Een voorbijganger had de mobiel gevonden.

 A- zin 1
 B- zin 2
 C- zin 3
 D- zin 4
Opgave 2.
Wat is het tegengestelde van het schuin gedrukte woord? Die lijnrechter isachterbaks.

 A- langdradig
 B- betrouwbaar
 C- trouw
 D- vakkundig
De opgave 3 t/m 5 horen bij een tekst waaruit stukjes zijn weggelaten.

Op de plaats waar die stukjes stonden, staan nu de vragen.
Onder de tekst vind je hetzelfde nummer met de vier vragen. 
Lees eerst de tekst goed door! Maak daarna de opgaven.


Politie doet een verkeerscontrole ...
Er werden vijf bestuurders betrapt VRAAG 3 ....... en er werden evenveel roze pasjes ingevorderd omdat bestuurders veel te hard reden of veel te veel hadden gedronken. Vier anderen die VRAAG 4....., kregen een rijverbod.
Het merendeel van de bekeuringen werd uitgedeeld voor verschillende overtredingen zoals het rijden met bevroren ruiten, geen helm dragen,
het negeren van een VRAAG 5 verkeerslicht, het ontbreken van fietsverlichting en met een te hoge snelheid rijden. 
 
Opgave 3.
 A- met een losse hond in de auto
 B- zonder gordel om
 C- zonder licht
 D- zonder rijbewijs
Opgave 4.
 A- gedronken hadden
 B- brutaal waren
 C- geen rijbewijs hadden
 D- niet meewerkte
Opgave 5.
 A- knipperend
 B- kapot
 C- stopteken
 D- rood