Taalopgave 4

 

Chaos op luchthaven Cairo:

Wij zijn vrijdag aangekomen voor een 12-daagse cruise op de Nijl,
vertelt Jannet van Dam, een 62-jarige toeriste.
Het duurde uren voor we in het hotel waren. Het was een nachtmerrie.
Ik heb alleen de piramides gezien, vanuit het raam van de hotelkamer.
"Nu vliegen we naar Amsterdam, of waar dan ook naartoe, zolang we hier maar weg zijn".
Ondanks een oproep van het luchthavenpersoneel om het vliegveld te verlaten en de veiligheid van een hotel op te zoeken, zijn veel mensen gebleven.
Sommigen gaven daarmee gehoor aan een oproep van hun werkgever of reisagentschap om het land te verlaten

Opgave 1
Waar is Jannet? 
 A- in Egypte
 B- bij de Nijl
 C- in het hotel
 D- op vakantie
Opgave 2
Wat was een nachtmerrie?
 A- de cruise op de Nijl.
 B- de reis naar het hotel.
 C- het raam in het hotel.
 D- het luchthavenpersoneel.
Opgave 3
Waar gaat Jannet nu heen?
 A- naar huis
 B- Amsterdam
 C- weg, maak niet uit waarheen
 D- naar het hotel
Opgave 4
Wat wilde de werkgever of het reisagentschap?
 A- dat ze in het hotel bleven.
 B- dat ze naar de piramides gaan.
 C- dat ze het land verlaten.
 D- dat ze de veiligheid op zoeken.